bijwerken

{{bijwerken}}{{/term}}

I 〈overgankelijk werkwoord〉

1 [gelijkbrengen, aanvullen] mettre à jour⇒ compléter

2 [netter afwerken] parachever⇒ parfaire

♦voorbeelden:

1   hij moet zijn aardrijkskunde nog wat bijwerken • il doit rattraper son retard en géographie

     nieuwe bijgewerkte druk • nouvelle édition revue et corrigée

2   een tekening nog wat bijwerken • parfaire un dessin

     de verf bijwerken • faire un raccord de peinture

II 〈onovergankelijk werkwoord〉

1 [bijverdienen] se faire des à-côtés

♦voorbeelden:

1   zijn vrouw moet bijwerken • sa femme a un travail à côté, doit se faire des à-côtés

Deens-Russisch woordenboek. 2015.